‘Bij het EPD dacht ik: wauw, dit is een game changer’

Verpleegkundige Digna Snouck Hurgronje vierde afgelopen september haar 25-jarig werkjubileum bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en dat vindt ze best bijzonder: “Veelzeggend hè. Ik heb het hier goed en ik denk dat ik altijd ben gebleven omdat ik me sinds mijn studie heb kunnen blijven ontwikkelen. En de leuke collega’s helpen ook!” Een van die ontwikkelingen waar Digna zich op stortte, was de digitalisering van de zorg.

De komst van het EPD

“Ik had vroeger nooit iets met computers maar dat veranderde met de komst van ons elektronisch patiënten dossier (EPD) bijna 12 jaar geleden. Bij de voorbereidingen dacht ik: wauw, dit is een game changer, nu wordt alles anders voor ons vak. Mooi alles samen in één dossier dat met de patiënt meereist.” Het LUMC werkte als één van de eerste ziekenhuizen in Nederland met HiX. “We waren in die zin pioniers en wisten nog niet alles. We gingen het EPD inrichten op basis van de papieren dossiers en processen, dat zie je nu nog een beetje terug.”

Chief Nursing Information Officer

Zo’n drie jaar geleden werd de rol van Digna officieel gemaakt met de titel Chief Nursing Information Officer (CNIO). “Ik sla een brug tussen beleid/strategie, IT en de zorg in de dagelijkse praktijk. Ik zet me onder andere in voor uniformering en standaardisering. Ik zie welke kansen er zijn voor de kwaliteit van zorg voor de patiënt, maar ook voor de zorgprofessional en voor mij specifiek de verpleegkundigen.” De ontwikkelingen op het gebied van digitale gegevensuitwisseling in de zorg maken het vak leuker, vindt Digna. “De uitvoering wordt makkelijker en we maken stappen in de professionalisering. Dat het niet allemaal vanzelf gaat en soms om een lange adem vraagt, hoort erbij. Ik geloof erin en ga er voor.”

Van oertijd naar renaissance

Op de verpleegvloeren die Digna ook als verpleegkundige goed kent, is de afgelopen jaren veel veranderd. “Er zijn grote stappen gemaakt in uniformering en dossiervoering, niet alleen met de directe zorg voor patiënten, maar ook met hergebruik voor bijvoorbeeld meten van kwaliteit van zorg, door middel van de kwaliteitsindicatoren. Al die informatie is nu digitaal beschikbaar en herbruikbaar. Je merkt en ziet dat iedereen behoefte heeft aan eenduidige dossiervoering. Er is nu veel meer draagvlak om dit goed op te pakken. Zeker bij de afdelingen die veel patiënten overplaatsen. Er wordt veel informatie uitgewisseld zonder over te typen. Dat is al een hele winst. We zitten duidelijk niet meer in de oertijd maar in de renaissance.”

Patiënten doen mee

Digna ziet dat overdracht van zorginformatie de afgelopen jaren is verbeterd, ook over de muren van het ziekenhuis heen. “Als een patiënt vroeger naar de operatiekamer ging gaf je papieren mee. Die zorginformatie is nu digitaal bij de patiënt, ook naar de zorg buiten het ziekenhuis en dat is een grote stap.” De patiënt is ook een nieuwe speler in het veld van dossiervoering, want kan zelf bijvoorbeeld de anamnese voor opname registreren. “Het is zo handig dat wij die informatie kunnen hergebruiken en meer tijd hebben om inhoudelijk in te gaan op de punten die meer aandacht behoeven! In het begin was ik sceptisch over het patiëntenportaal, het werd namelijk maar minimaal gebruikt. Het was de vraag of je wel een brede doelgroep kon bereiken, maar in covidtijd heeft het zich bewezen. Er was een enorme toename in het gebruik van het portaal. Zeker niet iedereen wil eraan geloven, maar er is echt een stijgende trend te zien en daarmee gaat het portaal de patiënt ook steeds beter bedienen. Natuurlijk als er op uniforme wijze wordt geregistreerd...”

Registratie aan de bron

Uniformering is zoals we weten een uitdaging. “Je wilt optimale zorg door het eenduidig registreren van zorginformatie voor hergebruik. Je wilt eigenlijk dat het hele dossier goed staat, niet alleen verpleegkundige overdracht. En al zijn we best ver, het is een continue uitdaging om iedereen te doen realiseren dat we een onderdeel zijn van een groter geheel”, vertelt Digna. “Het is nog steeds aanlokkelijk om snel even een zinnetje in een vrij veld te zetten. Dat werkt binnen de eigen afdeling maar die informatie is later niet overdraagbaar. Met zorginformatiebouwstenen (zibs) en versnellingsprogramma’s als VIPP 5 wordt gewerkt aan de taal en techniek. De techniek is er eigenlijk al, maar de zelfgeschreven teksten en soms lokale terminologie vertalen naar taalstandaarden loopt nog niet zo vlot.”

Bevorderen, versnellen of vertragen

Het EPD speelt hierbij een grote rol; het systeem kan bevorderen, versnellen en soms ook vertragen. “Inhoudelijke consensus bereiken gaat steeds beter, voor verpleegkundigen onderling zelfs goed omdat we al een gezamenlijk dossier hebben. Maar er zijn nog stappen te maken om de specifieke inrichting meer te uniformeren. Overstappen naar een zib en loslaten van onze eigen lokale taal en uitdrukkingen is een duidelijke verandering.”

Ook de technische kant met de eigen IT-afdeling en de leverancier heeft makende en vertragende aspecten, vindt Digna. “Ik denk niet dat een gezamenlijk EPD of standaard inrichting van een bepaald merk EPD perse de oplossing is. Het middel om de informatie in te zien, te registreren en te hergebruiken zal verschillen om iedereen het beste te bedienen en dan kan als de informatie gestandaardiseerd wordt geregistreerd en aangeleverd.”

Toekomstbehendig

De rol van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er eentje van ‘sturing en richting geven’ als je het Digna vraagt. “Als we het alleen aan de zorg overlaten om te standaardiseren en te uniformeren, dan lukt het niet. Daarom is het belangrijk dat VWS alle spelers erbij betrekt, helpt bij de overstap én oog houdt voor de Europese ontwikkelingen. De ICT-leveranciers hebben bijvoorbeeld een sterke positie en niet altijd dezelfde belangen bij de uitwisselbaarheid van informatie en koppelingen van systemen.”

Naast de regierol ziet Digna ook de noodzaak voor ondersteuning bij onderwijs. “Een hele mooie term die ik heb geleerd is ‘toekomstbehendigheid’: kunnen omgaan met de dingen die op je afkomen in de zorg en de nieuwe ontwikkelingen op dat gebied, omdat je in bezit bent van kennis en vaardigheden. Vakinhoudelijk en op het gebied van de hulpmiddelen en instrumenten die je tot je beschikking hebt. 

Scholing speelt dus een belangrijke rol in deze transitie, vindt Digna. “Het aanleren van goede en eenduidige registratie moet eigenlijk beginnen als je student verpleegkundige bent. Daar zitten nog volop mogelijkheden. Iedereen vindt het delen van informatie een goede zaak, maar het moet ook aansluiten op je proces. En wat en hoe je schrijft als zorgverlener. Deels is dat scholing, het aanleren van de taal.”

Dit is een interview uit mei 2023