Interview Fred Smeele over NEN-norm Basisgevensset Zorg: ‘informatie beschikbaar maken voor hergebruik’

Aan het ontstaan van een NEN-norm gaat een heel proces vooraf. Fred Smeele, senior adviseur bij Nictiz, was voorzitter van de schrijversgroep die de NEN 7540 Basisgegevensset Zorg (BgZ)-uitwisseling tussen instellingen voor medisch specialistische zorg beschreef. Hij vertelt hoe dit in z'n werk is gegaan. 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Fred Smeele

De NEN 7540 is nu nog een concept. Voordat de norm definitief wordt, is er eerst een openbare consultatieronde (van 4 november 2022 tot 1 februari 2023). Dat betekent dat iedereen zijn of haar mening kan geven over de concept-norm. NEN beoordeelt alle feedback en verwerkt die al dan niet in de uiteindelijke versie.

In de BgZ staat de minimale set aan patiëntgegevens die door alle zorgverleners worden gebruikt . Het gaat dan bijvoorbeeld over NAW–gegevens, allergie-informatie en laboratoriumuitslagen van de patiënt. Smeele: ‘BgZ gaat om informatie beschikbaar maken voor hergebruik. Elektronisch uitwisselen is daarbij een voorwaarde. De BgZ moet in het dossier van ontvangende dokter komen. Dat scheelt overtypen en betekent dus minder administratieve lasten.’

Werkgroep en schrijversgroep

Smeele is vanuit Nictiz verantwoordelijk voor de BgZ-uitwisseling tussen instellingen voor medisch-specialistische zorg. Hij meldde zich een jaar geleden aan om mee te doen aan het schrijven van deze norm: ‘Eerst doet NEN een openbare oproep: wie heeft hier verstand van en heeft zin en tijd om hieraan mee te werken? Voor deze BgZ-norm meldden zich zo’n 35 mensen aan. Vanuit leveranciers, ziekenhuizen, en ook andere standaardisatie-organisaties, zoals Integrating the Healthcare Entrerprise (IHE) en Health Level Seven International (HL7). Al die mensen vormden de werkgroep die de norm oplevert. Uit die werkgroep zijn drie mensen naar voren gestapt voor een actieve rol: de schrijversgroep.’ Naast Smeele waren dat William Goossen (zelfstandige deskundige) en Ellen Beem (ministerie van Justitie en Veiligheid).

Eisen aan epd's

Smeele: ‘Het begint met de discussie: waar gaat deze norm eigenlijk over en hoe groot is het toepassingsgebied? De schrijversgroep vond dat deze norm ook eisen moet stellen aan manier waarop elektronische patiëntendossiers (epd’s) dokters ondersteunen. Niet vanwege de Wet elektronische gegevensuitwisseling (Wegiz), maar omdat het volgens ons nodig is. Anders krijg je nooit een fatsoenlijke BgZ-uitwisseling. Daar ging de werkgroep mee akkoord.’

‘In een NEN-norm staan eisen waaraan systemen en zorgaanbieders moeten voldoen. Dus eisen aan epd’s, aan ziekenhuizen en aan de infrastructuur, zodat de BgZ uitgewisseld kan worden. Al met al duurde het schrijven van deze norm ongeveer een jaar. Het schrijven van de tekst zelf is weliswaar ook veel werk, maar valt mee. Het meeste werk zit ‘m in het afstemmen met de werkgroep. We hebben een paar keer een review-ronde gedaan. Dat betekende soms 60 pagina’s aan commentaar interpreteren, beoordelen en afstemmen.’

Informatiestandaard

In de norm staan eisen die gelden om de BgZ uit te kunnen wisselen. Zo weten leveranciers en ziekenhuizen waar ze aan moeten voldoen. Naast de NEN-norm is er ook een informatiestandaard. Die beschrijft in detail hoe de BgZ-uitwisseling verloopt, zowel functioneel als technisch.’ De informatiestandaard gebruiken leveranciers om hun systemen zo aan te passen dat de BgZ uitgewisseld kan worden.

Naast de NEN-norm en de informatiestandaard komt er een kwaliteitsstandaard BgZ. Hierin wordt  vanuit zorgperspectief beschreven waarom en hoe de BgZ bijdraagt aan goede zorg. Deze kwaliteitsstandaard is nog in ontwikkeling.